Breng licht in je woning.
De dagen worden nu korter en je merkt dat je eerder de verlichting in huis aan gaat doen. Om optimaal gebruik te maken van het daglicht is het belangrijk om bij het plannen van een aanbouw aan je huis rekening te houden met de ligging en de omliggende bebouwing. Natuurlijk licht in je woning is heel belangrijk. Veel ééngezinswoningen kunnen alleen gebruik maken van het licht en de ruimte aan de achterzijde van hun woning. Vaak is de aanbouw bedoeld als uitbreiding van woonkamer en keuken en ontstaat door deze aanbouw een diepere woonruimte. Dit vergroten van de diepte heeft tot gevolg dat het daglicht vaak niet meer helemaal tot achter in de woning komt. Je bent al snel geneigd om om drie uur het licht aan te doen. Hoe kun je dit nu voorkomen?
Verbind ruimten aan elkaar
Maak in je plan ruimte voor lichtinval vanuit andere ruimten. Verbind bijvoorbeeld keuken en woonkamer met elkaar of laat de zithoek overlopen in de speel- of eetkamer. Door het verbinden van ruimten krijg je een speelse indeling en kan het natuurlijk licht van ruimte naar ruimte gaan. Je bewerkstelligt zo ook een ruimtelijk mogelijke effect.
Maak een zo open mogelijke gevel
Een open deur misschien, maar je wilt niet weten hoeveel aanbouwen worden gebouwd met ‘standaard’-kozijnen, of kozijnen die voorheen in de gevel van de woning zaten (en die vaak in de daglichtberekening als ‘net aan’ werden beschouwd). Of een deur met ‘melkmeisjes’ of kozijnen die niet een volledige lichtinval benutten door klepjes of roeden. Zeker de aanbouwen die niet volop kunnen profiteren van het zonlicht, dus met gevels die gericht zijn op het noordwesten tot het noordoosten, moet je goed ontwerpen. Kijk naar de oriëntatie van de gevel en de grootte van de ruimte die gaat ontstaan.
Plaats een daklicht of ‘lichtstraat’
Als je extra licht in je aanbouw wilt creëren dan kun je ook kiezen voor een daklicht of lichtstraat. Dit is een daglicht-opening in het dak die zorgt voor een extra dimensie in je woning. Je kunt dit op verschillende manieren doen. Kies je voor een ‘gewoon’ daklicht dan is deze meestal los van de wanden geplaatst. Hier zijn verschillende uitvoeringen voor (bijv. vlak of bol), maar kies voor een goed geïsoleerd type. De meeste warmte verlies je immers door het dak, en deze goed geïsoleerde varianten hebben vaak ook goede geluid-isolerende eigenschappen. M.a.w. je wordt niet horend dol als er een flinke regen- of hagelbui overtrekt.
Je kunt natuurlijk ook kiezen voor een ‘lichtstraat’. Dit is een wat langwerpiger gevormd daklicht, dat meestal uit meerdere segmenten bestaat. Je kunt deze op de grens van de bestaande woning en de aanbouw in het dak plaatsen. Dit geeft veel licht over de gehele breedte van de ruimte er onder, en een visuele overgang tussen oud- en nieuwbouw.
Een speels effect krijg je als je een lichtstraat langs één van de nieuwe wanden plaatst. Het licht dat hierdoor naar binnenkomt, ‘valt’ zo langs de wand naar beneden en zorgt zo voor een aparte lichtinval: een lichtlijn die je woning binnenkomt.
